Welke keuzes

Een gemeente wil het vervoer anders gaan organiseren, maar weet nog niet precies hoe. Wat zijn slimme keuzes om te maken? En hoeveel effect hebben de verschillende keuzes eigenlijk?

Er zijn twee belangrijke keuzes bij het (anders) organiseren van het vervoer:

  • welk vervoer wordt samen georganiseerd en
  • wat zijn de spelregels waaraan het vervoer moet voldoen

Gezamenlijk organiseren van verschillende vervoersstromen kan een flinke doelmatigheidswinst opleveren. Het bundelen van vervoersstromen kan gebeuren over de grenzen van gemeenten heen en over de grenzen van de doelgroepen heen. Het bundelen van de vervoersstromen van gemeenten voorkomt dat een voertuig vol van gemeente A naar gemeente B rijdt en leeg weer terugrijdt. Ook door het volgtijdelijk bundelen van bijvoorbeeld het leerlingenvervoer en het vraagafhankelijk vervoer, worden de voertuigen gedurende de hele dag efficiënter ingezet.

Bij de keuze voor het al dan niet bundelen van bepaalde vervoersstromen, is het belangrijk om goed in kaart te brengen wat het effect is van deze bundeling:

  • Levert het gelijktijdig bundelen van verschillende doelgroepen in hetzelfde voertuig bijvoorbeeld een grotere kostenbesparing op?
  • Of is volgtijdelijke combinatie winst genoeg?

Met OptiTraf rekenen we precies voor u door wat de effecten zijn van het bundelen van vervoersstromen en hoeveel doelmatigheidswinst er met verschillende bundelingsmogelijkheden te behalen is.

Daarnaast zijn er veel keuzes te maken bij het bepalen van de uitgangspunten van het vervoer, zoals bijvoorbeeld:

  • de maximale reis- en/of omrijtijd van de reizigers,
  • de tijdvensters waarbinnen reizigers mogen worden opgehaald of afgezet
    en
  • de individuele combinatiebeperkingen.

Met OptiTraf rekenen we de precieze effecten door van het aanpassen van deze randvoorwaarden.